Banff

Ai, we blijken niet helemaal goed voorbereid te zijn op Banff. Midden in het natuurpark zit namelijk een stad met talloze winkeltjes voor de toeristen. De gebouwen gaan  2 verdiepingen hoog; verschrikkelijk! We hoorden al dat de stad Banff is overgenomen door de Chinezen en dat kunnen we duidelijk merken. Busladingen vol! Wat vooral jammer is, is dat de sfeer totaal anders is. Daar waar we in Yellowstone en Glacier continu begroet en aangesproken werden, is dat in Banff totaal niet zo. Komt dat omdat de Chinezen geen Engels kennen en niet extrovert zijn? Op de camping hebben we een prachtige en ruime plek midden in het bos. Het is een ‘walk-in’, dat betekent dat de auto niet bij de tent kan staan. We moet dus met alle spullen sjouwen. In het park moet alles weer beer-veilig, dus spullen mogen ook niet in de tent  blijven liggen. Regelmatig maar naar de auto lopen dus. Na het eten rijden we nog een rondje. Niet naar het stadje, maar juist de andere kant op, naar een meertje. Met het ondergaande zonnetje erop is het prachtig. Wouter vermaakt zich met z’n favoriete hobby; steentjes stuiteren in het water. Tijdens het ritje terug naar de camping zien we een groep berggeiten. Lelijke maar bijzondere beestjes met hun ruige en losse vacht. De jongens halen stapels hout en we warmen ons aan het kampvuur.

De volgende ochtend staan we vroeg op. We willen naar Lake Moraine en Lake Louise. Het schijnt daar druk te zijn en parkeerplekken staan snel vol. Om precies 10 uur staan we bij Lake Moraine. Het regent zachtjes. Het eerste uur komen we de auto niet uit. In plaats van ontbijten in het zonnetje aan het meer, eten we in de auto. Ik lees de eerste hoofdstukken van een boek voor en dan is het droog en deels opgeklaard. Het meer is prachtig. Water uit de bergen heeft een stof meegenomen waardoor het water alle kleuren absorbeert behalve blauw. Hoe meer bergstof, hoe blauwer het water. Lake Louise staat bekend als de parel van Banff, maar wij vinden het minder mooi dan Lake Moraine. Daarna rijden we een flink stuk van de Icefields Parkway. Ruige bergen, talloze gletsjers en watervallen. De Rockies zoals we verwacht en gehoopt hadden te zien. Het gebied staat vol met naaldbomen, wat een mooi kleurenspel geeft met de kale rotsen en plakken ijs. We nemen de bosweg terug naar de camping. De highway loopt er parallel aan en is pas later aangelegd vanuit een werkgelegenheidsproject tijdens een depressie. De bosweg is de originele weg en loopt door een wildlife gebied. Ze verstoppen zich vast allemaal tussen de bomen, want we zien niets. ’s Avonds weer warmen aan het kampvuur en met extra kleding naar bed.

De volgende ochtend uitslapen tot 10 uur. Geen druk programma voor de boeg, dus relaxt ontbijten. We stoken het vuur nog lekker even op. Dan wat kleine uitstapjes; vanaf een berg kijken we op de stad Banff neer, we lopen een trail door een kloof met watervallen en vervolgens wat sightseeing in en rondom de stad. We hebben een 4 gangen menu; patatjes bij MacDonalds in de stad (waar we ook wat shoppen), boontjes uit blik, watermeloen en vervolgens een worstje bij het kampvuur.

Als we wakker worden regent het weer. De tent gaat dus nat mee, het is niet anders. Het stuk van Banff naar Jasper rijden we over de Icefields Parkway; de mooiste route van heel Noord Amerika. Helaas is de lucht grijs en regent het regelmatig. Het eerste deel van de route hebben we gelukkig 2 dagen geleden al gereden. We besluiten dat we het overige deel vanuit Jasper een andere keer wel terug rijden.